Met AirDrop kunt u foto’s, video’s, websites, locaties en meer draadloos sturen naar een iPhone, iPad, iPod touch of Mac in de buurt.
Wat u nodig hebt
Zorg ervoor dat beide apparaten AirDrop kunnen gebruiken:
- Kies op een Mac het menu Ga in de menubalk van de Finder. Als u in het menu Ga de optie AirDrop ziet, kan die Mac AirDrop gebruiken.
- Open op iOS-apparaten het bedieningspaneel door vanaf de onderkant van het scherm omhoog te vegen. Als u AirDrop in het bedieningspaneel ziet, kan dat iOS-apparaat AirDrop gebruiken.
AirDrop inschakelen en instellen
Op Mac-computers:
- Kies in de menubalk van de Finder het menu Ga > AirDrop. Een AirDrop-venster wordt geopend. Als Bluetooth of Wi-Fi is uitgeschakeld, ziet u een knop om deze functies in te schakelen. AirDrop wordt automatisch ingeschakeld wanneer Bluetooth en Wi-Fi zijn ingeschakeld.
- Als u van iedereen bestanden wilt ontvangen en niet alleen van uw contacten, kunt u de instelling ‘Ik mag worden gevonden door’ onder in het AirDrop-venster gebruiken.
Op iOS-apparaten:
- Open het bedieningspaneel.
- Tik op AirDrop en kies of u items van iedereen of alleen van uw contacten wilt ontvangen. Meer informatie.
Items versturen
- Kies in de menubalk van de Finder het menu Ga > AirDrop. Of selecteer AirDrop in de navigatiekolom van een Finder-venster.
- In het AirDrop-venster ziet u AirDrop-gebruikers in de buurt. Sleep een of meer items naar de afbeelding van de ontvanger in het venster en klik op Stuur.
U kunt ook de functie voor het delen van items gebruiken:
- Klik op Deel
(indien in de app beschikbaar). Of Control-klik op een item in de Finder en kies Deel in het contextuele menu.
- In het menu Deel ziet u verschillende opties voor het delen van items. Kies AirDrop.
- Selecteer een ontvanger in het AirDrop-venster en klik op Gereed.
Als u de ontvanger niet ziet in het AirDrop-venster, leest u de tips voor het versturen van items.
Items ontvangen
Als de ontvanger bij uw iCloud-account is ingelogd, wordt het item dat u verstuurt automatisch aanvaard en bewaard. In het andere geval wordt de ontvanger gevraagd het item te aanvaarden alvorens het op diens apparaat wordt bewaard.
- Op een Mac wordt het item in de map Downloads bewaard.
- Op een iOS-apparaat verschijnt het item in de gepaste app. Foto’s verschijnen bijvoorbeeld in de app Foto’s en websites in Safari.
Tips voor het versturen van items
Als u de ontvanger niet ziet in het AirDrop-venster:
- Zorg ervoor dat AirDrop is ingeschakeld op beide apparaten en dat deze zich binnen negen meter van elkaar bevinden.
- Als u items naar een iPhone, iPad of iPod touch stuurt:
- De Mac moet een model uit 2012 of later zijn en OS X Yosemite of hoger hebben.
- Op het iOS-apparaat moet Persoonlijke hotspot zijn uitgeschakeld in Instellingen > Mobiel netwerk.
- Als u items naar een Mac stuurt:
- Als de Mac die de items ontvangt OS X Mavericks, Mountain Lion of Lion gebruikt, moet een AirDrop-venster zijn geopend. Kies hiervoor in de menubalk van de Finder het menu Ga > AirDrop.
- Als de Mac die de items ontvangt een model uit 2012 of ouder is, klikt u op ‘Vindt u niet wat u zoekt?’ in het AirDrop-venster of de Mac die de items stuurt. Klik vervolgens op ‘Zoek naar een oudere Mac’.
- Ga na of op de Mac ‘ Blokkeer alle inkomende verbindingen’ is ingeschakeld in de voorkeuren voor Beveiliging en privacy. Een Mac ontvangt geen items via AirDrop als deze instelling is ingeschakeld.
- Als op het apparaat dat de items ontvangt AirDrop is ingesteld om alleen items van contacten te ontvangen, zorgt u ervoor dat beide apparaten bij iCloud zijn ingelogd. Zorg er ook voor dat het aan uw Apple ID gekoppelde e-mailadres of telefoonnummer is bewaard in de app Contacten van het apparaat waarop het item wordt ontvangen.
Systeemvereisten voor AirDrop
Als u items naar een iPhone, iPad of iPod touch wilt sturen, hebt u een Mac uit 2012 of nieuwer met OS X Yosemite of hoger nodig (exclusief de Mac Pro (medio 2012)).
Als u items naar een andere Mac wilt sturen, hebt u het volgende nodig:
- MacBook Pro (eind 2008) of nieuwer (exclusief de MacBook Pro (17-inch, eind 2008))
- MacBook Air (eind 2010) of nieuwer
- MacBook (eind 2008) of nieuwer, exclusief de witte MacBook (eind 2008)
- iMac (begin 2009) of nieuwer
- Mac Mini (medio 2010) of nieuwer
- Mac Pro (begin 2009 met AirPort Extreme-kaart of medio 2010)